Zoeken

Vijf vragen aan Remco Mast

Digitalisatie is een cruciaal onderdeel van de VolkerWessels strategie. In de rubriek '5 vragen aan...' stellen we vragen aan een collega die direct in zijn of haar werk te maken heeft met digitalisatie. Dat kan iemand zijn in de uitvoering, een projectleider, een kantoormedewerker of manager. Deze keer vijf vragen aan Remco Mast, Afdelingshoofd Civiel en Maritiem Ontwerp bij VolkerWessels Infra Competence Centre.

Remco Mast 2.jpg

Kun je vertellen waar jullie je als team mee bezig houden?

“Wie zorgeloos met zijn auto over een viaduct rijdt, beseft niet wat er allemaal nodig is geweest om dat viaduct te bouwen. Al lang voor er een schop in de grond gaat, zijn talloze mensen bezig om ervoor te zorgen dat de betonconstructie stevig genoeg is, dat regenwater goed wegloopt en dat de bouwkosten zo laag mogelijk zijn. Ook de milieu-impact van de gebruikte materialen en benodigde bouwtijd worden al lang van te voren doorgerekend. Bij de afdeling waar ik bij het VolkerWessels Infra Competence Center verantwoordelijk voor ben houden we ons met dit soort vraagstukken bezig.

Digitalisatie op de werkvloer, wat betekent dat voor jou en je team?

“Onze betonconstructeur, geotechnisch adviseur en kostendeskundige maken allemaal gebruik van hun eigen specialistische rekenprogramma’s en de uitkomsten van hun berekeningen hebben weer invloed op het werk van hun collega’s. Voorheen werden de gegevens tussen deze disciplines handmatig uitgewisseld, met kans op fouten en vertraging tot gevolg. Ook was het lastig om een constructie te optimaliseren, omdat je daarvoor telkens weer hetzelfde proces moest doorlopen. Door het uitwisselen van gegevens te automatiseren en berekeningen aan elkaar te koppelen, ontstaat één groot integraal rekenmodel. Dat noemen we parametrisch ontwerpen.

Hoe werkt parametrisch ontwerpen precies?

Bij Parametrisch ontwerpen begin je met een aantal vastgestelde uitgangspunten: hoe lang is de overspanning, hoe breed moet de weg worden, wat is de ondergrond, etc. Die uitgangspunten stop je in een centraal model, waarmee de disciplines aan het werk gaan en de uitkomsten terugsturen. Door op deze manier te werken kunnen we in korte tijd een eerste ontwerp maken en meer tijd besteden aan het optimaliseren. Dat is belangrijk, want in de ontwerpfase heb je de grootste invloed op de uiteindelijke kosten en bouwtijd, tegen de kleinste investering.

Het klinkt misschien als een soort black box, maar uiteindelijk blijft het mensenwerk. Waar onze constructeurs voorheen veel tijd besteedden aan het doorrekenen van een specifiek viaduct, verschuift hun aandacht nu naar het opstellen en vervolgens optimaliseren van het rekenmodel. Het digitaliseren van het ontwerpproces is dus geen doel op zich, maar vooral een manier om tot standaardisatie te komen.

Wat is de volgende stap in het digitalisatieproces?

Met parametrisch ontwerpen bouwen we voort op BIM (Building Information Modeling), wat sinds een jaar of tien wordt toegepast in de grond-, weg- en waterbouw. Bij BIM ligt de nadruk op het maken afstemmen en beheren van 3D modellen van constructies met bijbehorende informatie; met parametrisch ontwerpen voegen we daar een rekenkundige onderbouwing aan toe. De volgende stap is generative design, waarbij we niet alleen de gekozen oplossing optimaliseren, maar geautomatiseerd tot de beste oplossing of bouwmethode kunnen komen.

Hebben jullie parametrisch ontwerpen al in de praktijk gebracht?

We hebben parametrisch ontwerpen nu toegepast op het ontwerp van een aantal viaducten, maar overal waar resultaten van berekeningen heen en weer worden gestuurd is het principe toepasbaar. Ik verwacht dat deze manier van werken binnen een paar jaar gemeengoed is binnen de hele industrie, maar ons onderscheidend vermogen en de toegevoegde waarde die we leveren, zit nog steeds bij onze specialisten. Je kunt veel automatiseren, maar het maken en kiezen van de juiste berekeningen blijft mensenwerk.