
Natuurinclusief bouwen: Niet alleen de dieren vinden het geweldig, ook de mensen die er wonen of werken
Huismussen, steenmarters, bijen, natuurinclusief, flora en fauna, buitenruimte: praat een uur met Rens van Wanrooy en hij vertelt en analyseert alsof zijn leven ervan afhangt. Biodiversiteit is niet meer weg te denken uit de gebouwde omgeving en daar weet Rens alles van. Als projectmanager bij WSP Infraontwikkeling heeft hij veel kennis en ervaring op het gebied van biodiversiteit in de buitenruimte en is enthousiast over de mogelijkheden. Maar er valt ook nog een wereld te winnen, zegt hij. In het overtuigen van de omgeving, bijvoorbeeld.

“Kijk eens hoe mooi ik hier wegkijk”, zegt Rens, wijzend naar het verticale bos Trudo Toren in Eindhoven. 135 bomen en 1500 struiken tegen de gevel. Een mooi voorbeeld van vergroening in de stad. En dat de stad moet vergroenen weet inmiddels iedereen, want anders worden we straks levend gekookt tijdens de steeds warmere zomers. “Mensen vrezen de gevolgen van te weinig natuur en groen in de stad: hittestress, problemen met wateropslag en mensen worden er somber van. Je ziet dat natuur daarom steeds vaker onderdeel wordt van projecten. Juist vanwege de impact die bouwen heeft op onze leefomgeving kan de bouw het verschil maken.”
Rens legt het uit: “Als je gaat bouwen, doe je een ingreep in het landschap. Bouwen is dus eigenlijk altijd een verstoring van een bestaande situatie. Maar waarom zou je die verstoring niet gebruiken om de situatie te verbeteren? Als je dan toch aan de slag gaat… kan je net zo goed stappen zetten bij de verbetering van de biodiversiteit.”
Kikkers in de kruiwagen
En dat is waar WSP Infraontwikkeling in coördineert. “We zorgen ervoor dat alle onderdelen van de buitenruimte rond een bouwproject op elkaar aansluiten. Denk hierbij aan het grondwerk, de rioleringen, het groen en de verhardingen. We coördineren het ontwerp, de vergunningen, de milieutechnische aspecten en ecologische onderzoeken. En biodiversiteit is hier dus ook een belangrijk onderdeel van. Zodat de natuur niet de dupe is van de bouw, maar juist een partner in het ontwerp.”
En ja, dat vergt wat coördinatie. “Het is een samenspel tussen stedenbouwkundigen, landschapsarchitecten, ecologen, opdrachtgevers, gemeente, aannemers – en wij zorgen er als coördinator voor dat iedereen dezelfde taal spreekt en dat alle kikkers in de kruiwagen blijven.”
Niet alleen de dieren vinden het geweldig, ook de mensen die er werken.

Van grijs naar groen
Zo’n sprekend voorbeeld van hoe het kan, ziet Rens bij de Brainport Industries Campus, waar rondom het gebouw biodiversiteit ruim baan heeft. Een project waar hij trots op is. Want de opgave was niet mals: een écht groene tuin maken in een grijze, versteende omgeving. Het is gelukt: de tuin is een groene oase en fungeert tevens als waterretentie. Het lokt insecten, vlinders, vogels, bloemen, planten én mensen naar de Eindhovense bedrijvencampus. “Er zijn zelfs vogels in de stad gesignaleerd die er al tien jaar niet meer waren. Wie in de tuin is, heeft niet of nauwelijks het idee op een industrieterrein te lopen. Voor hun middagwandelingetje hoeven de kantoorwerkers de campus dusniet te verlaten. Niet alleen de dieren vinden het geweldig, ook de mensen die er werken.”
Zo heeft Rens al vele projecten gecoördineerd die als voorbeeld kunnen dienen. Al maakt hij daarbij meteen de kanttekening dat ieder gebied uniek is en dat dus ieder gebied een andere aanpak vraagt. “Alleen niet iedereen heeft dezelfde opvattingen. Bij veel partijen is de wil om te verduurzamen oprecht aanwezig. Het mag alleen nog niet te veel kosten. De kunst is om biodiversiteit en business case hand in hand te laten gaan. Als het spannend wordt in de begroting, sneuvelt het groen vaak als eerste. Terwijl natuur juist de waarde van een project verhoogt. Het moet samengaan. Ik zie het als een mooie kans om ervoor te zorgen dat bouwen de biodiversiteit juist versterkt!”